In de serie ‘Verhalen van Veerkracht’ gaat Tearfund-directeur Minella van Bergeijk in gesprek met inspirerende christenen, die in al hun kwetsbaarheid vertellen hoe Corona hen raakt, maar ook hoe zij juist nu veerkracht vinden.

‘Wat goed om jullie, allebei vanuit het diepe zuiden, te spreken! Hoe zitten jullie erbij?’

Ruth: ‘Ik zit in een klooster in Luik, dus heb ik te maken met de Belgische regels, die een stukje strenger zijn dan die in Nederland. We mogen niet zonder goede reden naar buiten en alle winkels behalve supermarkten en apotheken zijn gesloten. Ik heb dagelijks contact met de gemeenschap Chemin Neuf in Oosterhout, waar ik al twaalf jaar woon en werk, maar waar ik nu dus even niet naar kan terugkeren.’

Ron: ‘Ik zit een halfuurtje van Ruth vandaan en werk namens het Leger des Heils in Maastricht. Een echte terrassenstad die nu een spookstad is geworden. Op de Grote Markt, die normaal is gevuld met terrassen, staat nu één tafeltje van het Leger des Heils. We delen – op anderhalve meter afstand – koffie en broodjes uit en helpen waar mogelijk. Zo kunnen we iets betekenen voor mensen die niet binnen kunnen blijven, omdat ze geen ‘binnen’ hebben.’ Verder ga ik namens het platform Niet Alleen regelmatig langs bij mensen die niet naar buiten durven en zichzelf als het ware in hun eigen klooster hebben opgesloten. Zo sprak ik een vrouw die al twaalf jaar clean was, maar deze dagen weer naar de fles heeft gegrepen, omdat ze het niet meer aankan. Ik probeer mensen gerust te stellen en naar hun verhaal te luisteren.

Deze woestijntijd kan een heel vruchtbare tijd zijn.

‘Wat goed om jullie, allebei vanuit het diepe zuiden, te spreken! Hoe zitten jullie erbij?’

Ruth: ‘Ik zit in een klooster in Luik, dus heb ik te maken met de Belgische regels, die een stukje strenger zijn dan die in Nederland. We mogen niet zonder goede reden naar buiten en alle winkels behalve supermarkten en apotheken zijn gesloten. Ik heb dagelijks contact met de gemeenschap Chemin Neuf in Oosterhout, waar ik al twaalf jaar woon en werk, maar waar ik nu dus even niet naar kan terugkeren.’

Ron: ‘Ik zit een halfuurtje van Ruth vandaan en werk namens het Leger des Heils in Maastricht. Een echte terrassenstad die nu een spookstad is geworden. Op de Grote Markt, die normaal is gevuld met terrassen, staat nu één tafeltje van het Leger des Heils. We delen – op anderhalve meter afstand – koffie en broodjes uit en helpen waar mogelijk. Zo kunnen we iets betekenen voor mensen die niet binnen kunnen blijven, omdat ze geen ‘binnen’ hebben.’ Verder ga ik namens het platform Niet Alleen regelmatig langs bij mensen die niet naar buiten durven en zichzelf als het ware in hun eigen klooster hebben opgesloten. Zo sprak ik een vrouw die al twaalf jaar clean was, maar deze dagen weer naar de fles heeft gegrepen, omdat ze het niet meer aankan. Ik probeer mensen gerust te stellen en naar hun verhaal te luisteren.

‘Je stapt kloosters vol angst binnen, terwijl ik me kan voorstellen dat het toevluchtsoord dat jullie met het klooster willen zijn heel anders is, Ruth.’

Ruth: ‘Niemand is helemaal beschermd tegen de angst die de wereld doorgaat, maar ik ben dankbaar dat ik in dit huis van gebed mag zijn. God geeft een ritme aan de dag; we bidden in de ochtend, middag en avond en leven met elkaar samen als gezin. Via telefoon, mail en social media krijgen we veel gebedspunten binnen. Sinds kort streamen we onze gebedstijden via Facebook, omdat mensen het missen om samen met ons te bidden.’

Minella: ‘Als mensen niet naar jullie kunnen komen, komen jullie gewoon naar hen toe.’

Ruth: ‘Precies. Het is echt belangrijk om mensen niet alleen te laten. In deze tijd is goede voeding belangrijk – niet alleen voor het lichaam, maar ook voor de geest. Het woord van God kan houvast geven.’

Minella: ‘Voel je dat mensen juist nu hongeren naar die voeding?’

Ruth: ‘Mijn indruk is van wel. In deze vastentijd zou ik eigenlijk vasten van Facebook. Maar toen Corona de wereld in kwam, voelde ik dat er via social media zoveel angst werd verspreid, dat ik juist nu een ander geluid wil laten horen. Daarom sta ik mezelf een uur per dag op Facebook toe om bemoedigende woorden, licht en vertrouwen te verspreiden.’

Ron: ‘Ook ik merk dat er nu een ontzettende openheid is voor duiding vanuit het Evangelie. Waar is het fundament van ons leven? Wie ben ik nog zonder mijn werk en sociale contacten? Hoe moeten we hiermee omgaan? Op straat komen mensen met dat soort vragen naar me toe. Als ik dan uitleg dat mijn identiteit in God ligt, dat ik weet dat ik Zijn kind ben en dat ik daar mijn rust en kracht uithaal, is de volgende vraag: ‘Ben jij dan niet bang om ziek te worden?’ Natuurlijk moet je geen gekke dingen doen, maar angst voel ik niet. Dat is geen stoerigheid, maar weten dat mijn leven in Gods handen is. Ik ken genoeg christenen die wel bang zijn en dat is helemaal niet gek. Maar ik voel Gods nabijheid en krijg zoveel kansen om te getuigen.’

‘Hoe heb je afgerekend met je eigen angst?’

Ron: ‘Wat ik met vallen en opstaan heb geleerd, is dat niet de situatie, maar de relatie bepalend is. Voor Open Doors heb ik veel gereisd naar landen waar het niet leuk is. Ik heb moeten rennen voor mijn leven en heb met mijn rug tegen de muur gestaan, met vijandige extremisten om me heen. Ik sloot mijn ogen, bad, opende mijn ogen en zag dat ze wegliepen. Doordat ik God op dit soort momenten deuren zag openen en een rust voelde die onmogelijk uit mezelf kon komen, leerde ik: niet de situatie is bepalend, maar de relatie. Daarnaast helpt het dat ik zelf vaak de stilte heb opgezocht. In stilte zit pijn, want je wordt met jezelf geconfronteerd, maar ook wijsheid. Je leert je plekje weer kennen: wie ben ik in het grote geheel en wie is God voor mij?’

Minella: ‘Dus het gaat om de pijn en wijsheid van de stilte.’

Ruth: ‘Dat kan ik helemaal beamen. Ik moet nu vaak denken aan Dietrich Bonhoeffer, die zijn mooiste brieven schreef vanuit zijn gevangeniscel. Hij had zichzelf een kloosterlijk ritme opgelegd, stond vroeg op, bad vaak en las veel in de Bijbel. Ik denk dat structuur echt kan helpen. Ook Nelson Mandela maakte tijdens zijn gevangenschap een soort innerlijke retraite door. Hij kwam naar buiten als een man van verzoening. Onze wereld heeft meer mensen van verzoening nodig. Daarom daag ik je uit om deze tijd te gebruiken om stil te staan: wie ben ik, wat is belangrijk in mijn leven en wat kan ik beteken in de wereld na Corona? Misschien bereidt God ons wel voor op iets moois.’

Pak deze kans om God te laten spreken tot je hart.

'Hoe word je een mens van verzoening?'

Ruth: “Dat kan al heel klein. Deze tijd waarin we op elkaars lip zitten kan heel uitdagend zijn, ook voor ons kloosterlingen. Durf een gezinslid of huisgenoot om vergeving te vragen voor iets wat je hebt gezegd of gedaan. Door hier en nu kleine stappen van verzoening te zetten, kun je grotere stappen van verzoening zetten in de tijd die komt.’

Minella: ‘Daarmee zou dit een soort leertijd kunnen worden.’

Ruth: ‘En ook een tijd van innerlijke genezing. Er zijn nu niet alleen lichamelijke, maar ook innerlijke ziektes, zoals angst en vertwijfeling. Benoem het, leg het neer aan de voet van het kruis. Het mag er zijn, maar weet dat Zijn liefde veel sterker is dan angst of Corona. Hij kan onze verwondingen met Zijn liefde aanraken en innerlijke genezing geven, waardoor je weer vrucht kan dragen.’

Ron: ‘Jezus kent ook angst, he? In Getsemane schreeuwt hij het tot drie keer toe uit: ‘Mag deze beker aan mij voorbijgaan?’ Hij weet hoe het voelt als je doodsbang bent voor het lijden dat dreigt. Tegelijkertijd zegt hij: ‘Abba, Vader.’ U bent en blijft mijn papa, wat er ook gebeurt. Maar ook: Heer, dwars door de Corona heen, ga Uw weg. Na witte donderdag, goede vrijdag, stille zaterdag, na alle fasen van ‘Mijn God, mijn God, waarom heeft u mij verlaten’, ‘Waar bent u dan?’ en ‘Hoe zit het dan?’ blijft het soms even stil. 

‘De hele wereld bevindt zich als het ware in die stilte.’

Ron: ‘Dit is voor veel mensen een tijd van wachten. Toen God mij riep om van Amersfoort naar Limburg te verhuizen, wist ik nog niet wat ik hier kon gaan doen. Ik moest geduld hebben. In die tijd van wachten realiseerde ik me: Jezus moest dertig jaar wachten voordat hij aan de slag kon, Mozes moest veertig jaar wachten in de woestijn, Abraham moest wachten tot zijn honderdste… Maar wachttijd of woestijntijd is nooit tevergeefs. Alle bijbelfiguren waar God bijzondere dingen mee heeft gedaan, moesten wachten. Vraag jezelf af: Wat is God mij nu aan het leren?’

Ruth: ‘Mooi wat je zegt over de woestijn. Pak deze kans om God te laten spreken tot je hart. De mensen die mij kennen weten dat ik veel kan praten. Om God echt goed te leren kennen, moet je soms even je bek houden en God aan het woord laten. Zijn stem is een stem van liefde. Hij schreeuwt niet, maar fluistert. Stilte kan destructief zijn, maar ook vruchtbaar. Nodig Hem uit in je stilte, je woestijn, je eenzaamheid en zeg: ‘Spreek, ik heb U nodig.’ Dit is een soort verplichte retraite voor de hele wereld. Wellicht kan het een kentering zijn.’

Ron: ‘Wat er nu gaande is, is kwaad, erg en niet de bedoeling. Maar nu we dan toch in de woestijn zijn beland, laten we er dan lessen uit proberen te trekken. Deze woestijntijd kan een heel vruchtbare tijd zijn. En het mooie is: Het wordt altijd Pasen. Jezus stond op uit de dood. Daarom zullen ziekte, angst en dood nooit het laatste woord hebben. Jezus heeft het laatste woord. Ook nu.’